Drie jonge ondernemers bedenken een spel om kinderen te helpen integreren in de basisschoolklas
Yco Klein Koerkamp (17), Neva Konakli (17) en Mara Endeman (16) van het Carmel College Salland (5 vwo), wonnen de Nederlandse finale van de Social Innovation Relay (SIR) 2024 met hun onderneming BeUnity. Ze hebben een spel bedacht waarmee kinderen die naar Nederland verhuisd zijn geholpen worden om te integreren in de basisschoolklas. Ze vertellen ons over hun bedrijf, het ontstaan van BeUnity en hoe ze de finale ervaren hebben. Daarnaast geven ze enkele tips aan andere jonge ondernemers en vertelt docent Esther hoe zij het SIR avontuur dit jaar ervaren heeft.
Wat voor bedrijf zijn jullie gestart?
Yco: “Wij zijn een bedrijf gestart, BeUnity, met dit bedrijf hebben wij een spel gemaakt om de integratie van kinderen op de basisschool te bevorderen. Het is bedoeld voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Met dit spel helpen we kinderen om meer te leren over verschillende culturen in de wereld, maar proberen we ze ook meer te leren over de kinderen waarmee ze spelen.” Mara: “In het begin vond ik het heel moeilijk om met een idee te komen dat je kan koppelen aan duurzaamheidsdoelen en daarnaast origineel is. Toen we uiteindelijk een idee hadden was het nog best lastig om het uit te werken, maar ik vond het wel leuk om te doen!” Neva: “Het idee kwam een beetje voort uit mijn ervaring. Ik ben 6 jaar geleden naar Nederland gekomen, het was voor mij best lastig om vriendschappen te vormen met kinderen uit andere culturen. Door mijn ervaring kwamen we op het idee om vluchtelingen en Nederlandse kinderen meer bij elkaar te brengen. We bedachten, dat we eigenlijk iedereen kunnen betrekken in dit verhaal. Zo ontstond er een spel, gemaakt om kinderen te helpen integreren in de basisschoolklas”
Yco: “Het is wel echt heel leuk om serieus bezig te zijn met het uitwerken van je eigen idee.” Neva: “Zo’n kans krijgen is wel echt heel top!” Yco: “Normaalgesproken ben je niet ZO bezig met een project. Dingen laten liggen van school om hiermee aan de slag te gaan. Het was wel heel serieus.” Yco: “Wat we vooral hebben geleerd is werken onder tijdsdruk.” Mara: “Het opstarten van een bedrijfje en alles wat erbij komt kijken is nog best wel ingewikkeld met de kosten en alles.” Neva: “Ik heb geleerd dat dat iets heel kleins, echt heel groot kan worden. Iets heel simpels kan een gat in de markt zijn.”
Hoe hebben jullie de finale ervaren?
Yco: “Voorafgaand aan de finale zijn we op een school geweest om ideeën op te doen waarmee we ons spel konden verbeteren.” Mara: “We hebben berichten gestuurd naar organisaties als COA en naar andere basisscholen.” Yco: “Daarnaast hebben we het hele spel zelf gemaakt. Met alle kaartjes, dit was nog best een klus.”
Yco: “Ik vond de Nederlandse finale echt heel leuk! En ook heel spannend! Er was een hele goede lunch, goede verzorging, ook bijzonder om in het gebouw van NN te zijn.” Mara: “Heel veel mensen hadden wel een goed idee, maar dit was dan niet uitgewerkt. Het was bijvoorbeeld een platform, een website of een app, waardoor ze niet gelijk fysiek iets konden laten zien. En dat hadden wij wel. Op die manier laat je zien dat het echt haalbaar is. Misschien was dit wel de reden dat we de Nederlandse finale gewonnen hebben.” Yco: “De internationale online finale was ook heel leuk! Je zat met z’n allen in een call tot het einde, waardoor je samen in spanning afwacht op de uitslag in plaats van na afloop alleen een berichtje.”
Hebben jullie een aantal tips voor andere jonge ondernemers?
Yco: “Welke belangrijke lessen hebben wij geleerd? Gewoon doorpakken. Onder druk werken. We hebben veel gedaan! Een filmpje gemaakt, een canvas, een bedrijfsbeschrijving. Dus dat is wel een goede les, dat je echt veel kan doen in een korte tijd als je echt doorpakt.” Mara: “Als tip voor andere jonge ondernemers zou ik zeggen: Denk heel klein want iets kleins kan echt heel groot worden.” Yco: “Inderdaad, en kijk een beetje om je heen. Dan merk je wel dingen op die misschien nodig zijn of kunnen verbeteren. Daar begint het een beetje. Je zou kunnen beginnen met kijken waar je zelf tegenaan loopt.” Yco: “Als wij het opnieuw konden doen, dan zouden we misschien in plaats van Nederlands in het spel, vanaf het begin zonder taal ontwerpen. Nu hebben we natuurlijk een spel gemaakt met Nederlandse kaartjes. Dus de kinderen moeten al Nederlands kennen om het te kunnen spelen. Als we het opnieuw zouden doen, dan zou het een spel worden waarin de beheersing van een taal niet nodig is. Zodat we bijvoorbeeld kinderen van asielzoekers erbij kunnen betrekken.”
Wat zijn jullie vervolgstappen?
Yco: “We zijn met ons bedrijf in de lokale krant gekomen, daar is al een reactie uit gekomen van iemand die ons wil helpen om ons idee verder te realiseren. We afwachten wat daaruit komt. Misschien gaan we wel door met produceren en het echt maken van het spel.” Neva: “Tijdens de SIR-finale zei Willem (van Nationale Nederlanden) dat als we het echt willen maken dat we ook bij hem terechtkunnen voor hulp.”
Het team krijgt vanuit verschillende hoeken hulp aangeboden en gaat nu met alle partijen in gesprek om samen te kijken wat de mogelijkheden zijn om hiermee verder te gaan. Ze zien zichzelf nog niet gelijk als ondernemers. Misschien in de toekomst of als het spel uitgewerkt gaat worden geven ze aan. Yco Klein: “Bij ondernemen komt ook wel een stukje kennis van de markt kijken. Als je echt wil produceren heb je ook veel connecties nodig. Denk bijvoorbeeld aan connecties met producenten. Dat hebben we nu niet.”
Docent Esther over het SIR avontuur:
Esther: “Sowieso vind ik het echt een heel leuk project waarbij leerlingen zelf aan het denken gezet worden over de omgeving en wat er speelt in de wereld. Daar begint het natuurlijk. We geven vaak de opdracht mee om het er thuis ook eens over te hebben aan de keukentafel met elkaar. Eens op te schrijven waar je op een dag tegenaan loopt, of thema’s pakken uit het nieuws. Langzaam maar zeker begint dit steeds meer vorm te krijgen, dat is een heel leuk proces om te zien! Er komen ook echt wel hele grappige ideeën of hele grote plannen om de wereld te verbeteren uit. Dat is echt heel leuk om te zien en heel sterk aan dit project. Wat ik verder heel krachtig vind, is dat wij met teams werken waarbij zij elkaar aanvullen. Wij hebben geen hele grote groep, maar we proberen dit wel te mixen, zodat iedereen tot zijn recht komt. Dat lukt de laatste jaren heel goed! Het is een groot voordeel dat deze leerlingen elkaar al kennen. Ze hebben al een aantal jaar bij elkaar in de klas gezeten, dus het stukje vertrouwen en veiligheid wat de basis is om ook ideeën te kunnen delen, dat is wel aanwezig bij ze.
Van dit jaar SIR vond ik het heel waardevol dat iedereen feedback krijgt en doorgaat naar de volgende ronde. Dat je met de groep als geheel tot en met de finale mee kan doen, dat vond ik wel echt dé kracht van dit jaar. Ook vond ik het heel leuk dat we met z’n allen bij de finale konden zijn in Rotterdam. Ik ben erg trots op hoe onze leerlingen presenteren en hoe zelfstandig ze dit project hebben opgepakt. Ook in de internationale finale, heel goed gedaan in een hele korte tijd. Het is een heel leuk event! Jammer dat ze niet bij de top 3 geëindigd zijn internationaal, want dan hadden ze naar Sicilië gemogen. Maar het is echt heel waardevol!”